Xiahe (CHN), 3 augustus 2010
Etappe 60, 330 km N 35˚11796 O 102˚30.764, Hoogte 2938m
Wederom een dag dat de wekker is gezet. Ja het mag dan wel vakantie zijn maar ook wij staan geregeld vroeg op. Dit om soms de warmte van de dag voor te zijn, maar ook vaak om rustig te kunnen reizen. Ookal zijn de etappes niet meer zo lang, een km of 300 gemiddeld, iedere dag brengt altijd verassingen met zich mee. Berekeningen als ’afstand in km * verwachte kwaliteit weg = reisduur’ hebben wij al lang achterons gelaten. Zo ook vandaag dus gekozen voor een rustige reisdag naar het klooster Labrang in Xiahe. Om lekker te kunnen genieten van alles wat deze etappe, door klein Tibet, ons weer te bieden heeft, hebben we het klooster Ta-er (nabij Xining) gelaten voor wat het is en zijn we direct de bergen weer ingetrokken.
Another day waking up with an alarm clock. Well, even though we’re on a big journey, we often get up early. Sometimes due to the heat and sometimes to travel more relaxed. Even though our stages aren’t that long anymore, an average of 300km, every day contains its surprises. We’ve stopped calculations like ‘distance in km * expected quality of the road = time needed for the journey’. So also today, we chose for a more relaxed trip to the monastery of Labrang in Xiahe. To be able to enjoy everything that’s on our way through little-Tibet, we skipped the monastery of Ta-er (close to Xining) and drove directly towards the mountains.
We moesten weer verder en helaas werd de weg er niet beter op. Het kostte dus al met al toch nog wat tijd om de laatste kilometers naar ons einddoel af te leggen. Omdat we boven de 3000 meter aan het rijden waren kwamen we wederom om ons heen steeds meer kuddes Jaks tegen en nomadententen. De uitgerstrekte grasvelden om ons heen deden een beetje denken aan Kirgizie. Uiteindelijk aangekomen op onze eindbestemming bleek de hele hoofdstraat opgebroken te zijn en moesten we even zoeken voordat we bij ons hotel aankwamen. We hadden drie weken geen toerist gezien, wat blijkt... ze zitten allemaal hier. In de tussentijd dat Evelin en en Benny meerdere hotels aan het checken waren zat ik in de auto te genieten van het straatbeeld. De ene na de andere toerist liep bepakt en bezakt voorbij. En natuurlijk had ik weer de nodige Chinezen aan mijn raam staan en om de auto heen lopen. Want een Landrover uit 1992 is hier helemaal een bezienswaardigheid. Zelfs de monniken lachte vriendelijk en keken enthousiast bij het voorbij lopen. Ter afsluiting van de dag hebben Eveline en ik nog even de Kora gelopen en aansluitend Jak vlees gegeten bij Nomads restaurant. Vanaf het dakteras hadden we een prachtig uitzicht over het Labrang klooster, die we morgen gaan bezoeken.